Opdrachtomschrijving

EBN is op zoek naar een opdrachtnemer die in staat is om implicatiestudies op te zetten en uit te voeren. Deze studies zijn gebaseerd op een grondige analyse van data die verzameld zijn uit SCAN-onderzoekboringen in de regio Noord-Brabant. De opdrachtgever heeft een minicompetitie georganiseerd binnen de DAS voor Geoscience, Engineering en Omgevingsmanagement (DAS GEO). De inschrijver heeft de opdrachtomschrijving begrepen en gaat hiermee akkoord. Deze opdracht biedt de kans om waardevolle inzichten te verwerven die van belang zijn voor de regio.

Vereist profiel

De ideale kandidaat beschikt over uitgebreide ervaring in geoscience en milieustudies. Een sterke analytische vaardigheid en het vermogen om complexe data te interpreteren zijn cruciaal. Daarnaast is kennis van de specifieke uitdagingen en kansen in Noord-Brabant een pré. Communicatieve vaardigheden en ervaring met projectmanagement zijn eveneens belangrijk. Een relevante academische achtergrond of een vergelijkbare expertise is vereist om deze opdracht succesvol af te ronden.

Eisen

• Aanleiding en situatiebeschrijving De studie richt zich op de verdere verkenning van de haalbaarheid van geothermie in de provincie Noord-Brabant en een aantal verschillende regio’s in de omliggende provincies Zeeland en Zuid-Holland. Het doel van de studie is om inzicht te krijgen in de toepasbaarheid van geothermie rondom de SCAN boringen die in de provincie Noord-Brabant hebben plaatsgevonden. Met de resultaten van deze studie willen we dat de betrokken partijen de ontwikkeling van geothermie uit deze aardlagen in de regio verder kunnen brengen naar haalbare projecten. Deze studie bevat de implicatie van vier SCAN-boringen die zich bevinden in drie bijbehorende regio’s: Oranjeoord (ORO-01): Hier wordt gekeken naar de haalbaarheid van geothermie in de aardlaag Zand van Brussel in de Voorne Trog in het noordwesten van Brabant, het zuiden van Zuid-Holland en het noordoosten van Zeeland. Stad van Gerwen (SVG-01): Hier wordt gekeken naar de haalbaarheid van geothermie in de Breda Formatie in de Roerdalslenk in Midden-Oost-Brabant & Midden-Limburg. Heesch (HEE-01) en Milheeze (MHZ-01): Hier wordt gekeken naar de haalbaarheid van geothermie in de aardlagen met een Trias ouderdom (Röt Formatie, Hoofd-Bontzandsteen Subgroep en Nederweert Zandsteen Formatie) op het Peel-Maasbommel complex in Oost-Brabant, Noord-Limburg & Zuid-Gelderland. In deze laatste regio worden de uitkomsten van twee boringen gecombineerd. De boringen onderzoeken dezelfde aardlagen en liggen in dezelfde regio. HEE-01 is eind 2024 geboord en MHZ-01 wordt eind 2025 nog geboord Indien mogelijk kan al een begin worden gemaakt met de studie naar de implicatie van de resultaten van de boring in Heesch (HEE-01), vooruitlopend op de resultaten van Milheeze (MHZ-01) Inschrijver heeft bovenstaande begrepen en gaat hiermee akkoord.
• Doel van de studie De mogelijke rol van geothermie als duurzame warmtebron in de bovenbeschreven drie regio’s is nog onduidelijk omdat er op dit moment onvoldoende zekerheid is over de geschiktheid van de ondergrond voor geothermie en er weinig data beschikbaar is. Een analyse van de nieuw verkregen data uit de SCAN onderzoeksboringen zal meer inzicht geven in de potentie van geothermie, onder meer in het vermogen en in de temperatuur. De resultaten dienen als input voor de gemeentelijke warmteprogramma’s die in 2025/2026 opgesteld worden. Daarnaast kunnen de resultaten van de studie inzicht geven in de rol van de betrokken gemeenten en tuinders bij de ontwikkeling van een geothermieproject. Kortom, het doel van de studie is om: De vertaalslag maken van de beschikbare data uit de onderzoeksboringen ORO-01, HEE-01, SVG-01 & MHZ-01 naar het schaalniveau van de regio. De mogelijkheden van de toepassing geothermie in de bovengenoemde aardlagen in de regio in kaart te brengen door middel van het beantwoorden van de vragen zoals geformuleerd in onderstaande stappen van deze uitvraag. Het resultaat van de opdracht is een Nederlandstalige rapportage waarin: Wordt benoemd hoe en in welke gemeenten in de betreffende regio’s de implicatie van de onderzoeksboringen uitzicht geeft in de haalbaarheid van geothermie Antwoord wordt gegeven op de vragen uit onderstaande stappen onder het kopje onderzoeksvragen Resultaten in een heldere onderbouwing worden samengevat zodat die geschikt zijn voor een breed publiek Wordt geadviseerd over concrete benodigde vervolgstappen voor het benutten van geothermie in de regio’s. Idealiter geeft de studie de geologisch inhoudelijke input om een Toewijzing Zoekgebied aan te vragen. NB. Voor de boring Heesch (HEE-01) wijzen de productie- en injectietesten uit dat de onderzochte aardlagen waterdoorlatend zijn maar dat deze doorlatendheid helaas laag is, (veel) lager dan wat normaal gesproken nodig is voor een rendabel geothermie project. Op dit moment wordt gewerkt aan de verdere analyse van de kernen en boorgatmetingen. Deze resultaten zullen uitwijzen wat de onderliggende oorzaak is van de lage doorlatendheid en wat dit betekent voor geothermie in vergelijkbare formaties in de regio. De aanname is dat daarom dat de resultaten van HEE-01 zeer beperkte positieve implicaties zal hebben. Inschrijver heeft bovenstaande begrepen en gaat hiermee akkoord.
• Achtergrond data In de opdracht wordt gebruik gemaakt van en voortgebouwd op eerdere onderzoeken en notities: De data van de onderzoeksboringen ORO-01, HEE-01, SVG-01 & MHZ-01 door EBN, te vinden op NLOG.nl. EBN heeft tevens (quick-look) interpretaties gedaan die gebruikt kunnen worden. N.B. de geologische evaluatie is nog niet voor alle boringen gereed, maar er is voldoende data om de studie te beginnen. De recente kartering van de laag Zand van Brussel door TNO (Warming UP + verbetering gedurende H3O). Verwerken van deze uitkomsten in regionale kaarten, inclusief een update van de reservoir eigenschappen met de ORO-uitkomst. Met name de vergelijking en kalibratie van het Zevenbergen doublet is een belangrijke aanvullende stap. Bestaande en openbare databronnen (PBL-startanalyse, warmteatlas, provinciale data, gemeentelijke energie- en warmteprogramma’s) en verwerkingsslag van gemeenten en regio’s naar collectieve warmtewijken (o.b.v. concept-warmteprogramma’s, Haalbaarheidsonderzoek Warmte-clusters PMIEK). (Tussen)resultaten van de potentiekaartenstudie die IF-technology uitvoert in Noord-Brabant. Geplande nieuwbouwwijken, glastuingebieden of industrie, inclusief aanvullingen vanuit gemeenten. Overige onderzoeken, notities en beleidsstukken die van toepassing zjjn. Inschrijver heeft bovenstaande begrepen en gaat hiermee akkoord.
• Stappen & eindresultaat We voorzien dat de opdracht per onderzoeksboring in verschillende stappen verloopt, die elkaar op kunnen volgen als de uitkomsten uit de eerste fase leidt tot kansrijkheid. Stap 0 - Opstarten Startbijeenkomst met provincies, RESsen en (geologen van) EBN Stap 1 - Potentie van geothermie op regionaal niveau Integreren van de resultaten van de SCAN-boringen met alle bekende geologische kennis, zoals boringen en seismiek en eerder in de regio en provincie uitgevoerde studies of uitkomsten die nog volgen vanuit andere SCAN-boringen. Deze uitkomsten kunnen worden verwerkt in regionale kaarten, inclusief een update van de reservoir eigenschappen met de uitkomst van de onderzoeksboringen ORO-01, HEE-01, SVG-01 & MHZ-01. Vervolgens moet een vertaling plaatsvinden naar het schaalniveau van de betrokken gemeenten voor de aangetroffen aardlagen. Dit deel van de studie geeft daarmee antwoord op de volgende vragen: Wat is de implicatie van deze data voor de geschiktheid van de formatie voor aardwarmte op verschillende plekken en dieptes in de betreffende geologische afbakening op basis van de diepte, dikte en doorlaatbaarheid van de aangetroffen formaties? Zijn er op deze locatie nog andere ondergrondse risico’s of beperkingen (bijv. de aanwezigheid van vrij of opgelost gas, risico’s van de te doorboren lagen, etc.) in de aangetroffen formaties aanwezig? Wat weten we van de temperatuur, het vermogen en de energiehoeveelheden van de aangetroffen formaties? Wat weten we dan nog niet? Wat zijn onzekerheden in deze studie? In aanvulling daarop is het volgende van belang ten aanzien van de boring ORO-01: De laag Zand van Brussels is in recent gekarteerd door TNO (Warming UP + verbeterd gedurende H3O). Deze uitkomsten kunnen worden verwerkt in regionale kaarten, inclusief een update van de reservoir eigenschappen met de ORO-uitkomst. Met name de vergelijking en kalibratie van het Zevenbergen doublet is een belangrijke aanvullende stap. Vervolgens moet een vertaling plaatsvinden naar het schaalniveau van de betrokken gemeenten voor de aardlaag Brussels Zand Stap 2 - Verdieping potentie In stap 2 zien we graag een verdere verdieping van de potentie via het beantwoorden van de volgende vragen: Welke boven- en ondergrondse locaties zijn op basis van de antwoorden op bovenstaande vragen het meest kansrijk om een vervolgstap te zetten, ook in combinatie van warmtevraag. Bijvoorbeeld via het warmtebronnen register van de provincie Noord-Brabant of vergelijkbare informatie vanuit de provincies Gelderland, Zeeland en Zuid-Holland? Wat zou een logische volgende stap zijn na deze studie om de ondergrond verder te derisken en dichter bij de realisatie van een geothermiedoublet te komen? (Deze stap lijkt gezien de uitkomsten van de onderzoeksboring HEE-01voor die boring niet of minder relevant). Is er nog aanvullend geologisch onderzoek nodig voor de aanvraag van een toewijzing zoekgebied aardwarmte? Is er voldoende seismiek of zo niet, waar zou deze geschoten moeten worden? Zou er nog een aanvullende onderzoeksboring plaats moeten vinden en zo ja waar? (Ook hiervoor geldt dat deze stap gezien de uitkomsten van de onderzoeksboring HEE-01voor die boring niet of minder relevant is). Stap 3 - Resultaten We vragen de opdrachtnemer om het volgende op te leveren: Rapportage met de antwoorden op de vragen per stap Kaarten en tabellen en bronbestanden hiervan Kaarten (low / mid / high) per geschikte formatie: porositeit, permeabiliteit, dikte, diepte, temperatuur, vermogen, breuken, beschikbare data, mogelijke doubletlocaties / regio's waar het potentieel voor geothermie in de aangetroffen formaties aanwezig is Gecombineerde vermogenskaart (kansen voor diepe en voor ondiepe geothermie op een kaart) Naar inzicht van de opdrachtnemen te bepalen nuttige kaarten En tot slot de originele petrofysische en seismische interpretaties, alle ‘werkbestanden’ om te komen tot de uiteindelijke kaarten Tussenrapportages per stap en eindrapportage, inclusief ruimte voor feedbackmomenten Presentatiemateriaal voor presentatiemomenten. We voorzien 4 presentatiemomenten (2x aan de begeleidingscommissie + kernteam actieplan geothermie Noord-Brabant, 1x aan de brede werkgroep actieplan geothermie Brabant, 1x aan de betreffende RES-regio’s Inschrijver heeft bovenstaande begrepen en gaat hiermee akkoord.
• Planning van de studie We voorzien een oplevering in deelproducten voor deze studie. We hebben de wens om deze studies in fases uit te voeren, waarbij wordt gestart met de implicatie van de boring in ORO-01. Waarna verder wordt gewerkt in de volgorde HEE-01, SVG-01, MHZ-01. De looptijd van de studie is uiterlijk tot Q1 2027, waarbij de resultaten van ORO-01 als eerste worden opgeleverd bij voorkeur aan het eind van 2025 en anders uiterlijk in Q1 2026. Er is een sterke wens om inzicht te krijgen in tussenresultaten een tussentijdse opgedane inzichten, zodat onderdelen hiervan mogelijk al meegenomen kunnen worden in de gemeentelijke warmteprogramma’s. Daarbij gaan we ervan uit dat de resultaten stapsgewijs verrijkt worden en dat ook de tussentijdse resultaten input kunnen leveren voor de warmteprogramma’s. De stappen 2 en 3 worden alleen uitgevoerd als uit stap 1 een gelijkblijvende of grotere kansrijkheid voor geothermie in de regio volgt. Inschrijver heeft bovenstaande begrepen en gaat hiermee akkoord.
• Senior medewerker Het projectteam (zie subgunningscriterium 2) bestaat uit tenminste een senior medewerker met minimaal 15 jaar geologische ervaring, die in vaste dienst is bij de organisatie van Inschrijver. Bij vervanging van de desbetreffende leden tijdens de looptijd van de opdracht zal de vervanging ten aanzien van de deskundigheid en ervaring minimaal van gelijk niveau moet zijn als het oorspronkelijk in te zetten lid. Inschrijver heeft dit begrepen en gaat hiermee akkoord.
• Het projectteam De in te zetten leden, dienen gezamenlijk (het projectteam) te beschikken over ervaring met soortgelijke opdrachten zoals omschreven in hoofdstuk 1.5 Geschiktheidseisen, aangaande kerncompetentie 1 en 2. Bij vervanging van de desbetreffende leden tijdens de looptijd van de opdracht zal de vervanging ten aanzien van de deskundigheid en ervaring minimaal van gelijk niveau moet zijn als het oorspronkelijk in te zetten lid. Inschrijver heeft bovenstaande begrepen en gaat hiermee akkoord.

Wensen

• Subunningscriterium 1: Projectplan Doel: EBN verwacht een realistisch en haalbaar projectplan. Inhoud: Werk een concreet, realistisch en doelmatig projectplan uit dat beschrijft hoe Inschrijver de Opdracht interpreteert en wil gaan uitvoeren. Behandel hierin tenminste de volgende onderdelen: De fasering en planning van de Opdracht, per onderzoeksboring, inclusief een heldere onderbouwing hoe de fasering en planning zullen leiden tot de gevraagde resultaten. De wijze waarop de kwaliteit en de doorlooptijden tijdens de looptijd geborgd zullen worden. De invulling van de samenwerking tussen EBN en opdrachtnemer tijdens de uitvoering. De wijze waarop tijdens de opdracht wordt gecommuniceerd met opdrachtgever. De gebruikte methodiek om de gevraagde analyses uit te voeren. De wijze waarop de resultaten worden gepresenteerd. De wijze waarop het plan van aanpak wordt ingevuld en uitgevoerd. Randvoorwaarden: Licht bovenstaande inhoud toe in maximaal zes (6) A4 pagina's. Beoordeling: Bij de beoordeling van dit subgunningscriterium zal worden gelet op: De mate waarin EBN vertrouwen krijgt in een succesvolle uitvoering van de opdracht In hoeverre de voordelen van de gekozen aanpak duidelijk worden. Begrip van van logische fasering en haalbare planning Volledigheid en accuraatheid van de uitwerking Concrete onderbouwing van keuzes
• Subgunningscriterium 2: Projectteam Doel: EBN verwacht een hoge kwaliteit van het aangeboden projectteam. Inhoud: EBN ontvangt graag de CV's van de leden van het projectteam, met daarin de volgende onderdelen. Naam, woonplaats en leeftijd Behaalde opleidingscertificaten Relevante werkervaring Eventuele specialisaties Ervaring in het evalueren van matrixporeuze geothermieprojecten Specifieke eigenschappen in relatie tot de Opdracht Rol in het projectteam Let op > uit de geuploaden CV 's dient duidelijk herleidbaar te zijn dat voldaan wordt aan eis 1.6.6 en 1.6.7 in het Programma van eisen. Randvoorwaarden: Licht bovenstaande inhoud toe in maximaal twee (2) A4 pagina’s per CV. Beoordeling: Bij de beoordeling van dit subgunningscriterium zal worden gelet op: Relevante ervaring Specialisaties Specifieke eigenschappen